
Johan R. loopt direct het water in – dat gelukkig niet diep is. De voorkant van de auto ligt al voor een groot deel onder water. ‘Van een collega kreeg ik een tangetje om de achterruit in te slaan‘, vertelt hij. ‘Maar dat lukte niet. Zo’n autoruit is veel steviger dan ik dacht.’ Hij roept naar zijn collega’s dat ze iets anders moeten zoeken. Die weten eerst niet goed wat. ‘Toen werd ik wel even boos: geef me iets! Gelukkig kwam Johan M. aanzetten met een stoeptegel.’
Serieuze situatie
Met die tegel gooit Johan R. vervolgens de ruit in. Maar wat er dan gebeurt, heeft hij niet voorzien. ‘De lucht ontsnapte uit de auto en hij liep snel vol water. De achterkant kantelde daardoor ook naar beneden.’ Op dat moment springen ook Johan M. en Anton de vijver in. ‘De auto begon te zakken‘, zegt Johan Molema. ‘Ook de stem van Johan R. veranderde. Dat kwam wel binnen. Het was een serieuze situatie en ik wist: als we niks doen, gaat het mis.’ Tegelijkertijd voelen de mannen dat ze dat niet laten gebeuren. Anton: ‘Je gaat er gewoon voor. We waren ervan overtuigd dat we de jongen zouden redden.’

Op de tast
En dat gebeurt. Terwijl Anton en Johan M. de auto omhoogduwen, lukt het Johan R. om de hand van de bestuurder te pakken. ‘In één beweging rukte ik de jongeman de auto uit. Het was een klein wonder dat ik zijn hand te pakken kreeg, het was puur op de tast.’ Anton en Johan M. ontfermen zich over de bestuurder en kunnen hem daarna – ongedeerd – overdragen aan het ambulancepersoneel. ‘Ik ben heel blij dat het goed is afgelopen!’ aldus Johan M. ‘We hebben de bestuurder een tijd later nog gesproken en dat was goed. Een stel ruige kerels bij elkaar, maar uiteindelijk eindig je met knuffels.’
Goed gedaan
Na de tijd worden de mannen overladen met complimenten. Ze krijgen van de burgemeesters van Pekela en Midden-Groningen zelfs een bronzen legpenning van het Carnegie Heldenfonds, met loffelijk getuigschrift. ‘Aan de ene kant wel een eer’, vindt Anton. ‘Maar ik dacht ook: wat een poeha. Als er iets gebeurt, dan help je toch?’ Ook de andere twee mannen denken er zo over. ‘Samen moeten we de aardappels rooien. We moeten gewoon voor elkaar klaar kunnen staan.’ Nuchtere Groningers, dus. Maar een klein beetje trots zijn ze wel. Johan R: ‘We deden wat we moesten doen. Maar het is mooi dat we het met z’n drieën hebben opgelost. Dat hebben we goed gedaan.’
Lees wat je kunt doen bij een verkeersongeval