‘Het brandweervak en iets kunnen doen voor anderen: het sprak me al langer aan. Maar ik had er niet echt een beeld bij. In eerste instantie dacht ik dat je dan alleen maar met heftige ongelukken bezig zou zijn. Uiteindelijk ben ik een paar keer meegelopen met de ploeg. Toen bleek dat mijn beeld niet klopte. Het is veel meer dan dat en het is niet alleen maar heftig. Ik kwam erachter dat je als brandweervrijwilliger meer bijdraagt dan je verwacht. En dat het ook voor jezelf een toevoeging is. Het klinkt cliché, maar als je dit werk eenmaal doet merk je: het is écht zo.’
Erger voorkomen
‘We hebben regelmatig te maken met een beginnende woningbrand. Meestal zijn we er op tijd bij en kunnen we erger voorkomen. Daar heb je zelf ook eer aan. Mijn allereerste uitruk was voor een uitslaande woningbrand. Dat is me wel bijgebleven. Onderweg wisten we niet of de bewoners al uit het huis waren of niet; erg spannend. Gelukkig bleken er geen mensen meer binnen te zijn. Negen van de tien mensen hier ken je wel. Dat neem je in gedachten toch mee, daar wil je toch extra je best voor doen. Al maakt het uiteindelijk niet uit om wie het gaat en hoe groot of klein het incident is: je wilt iets kunnen doen voor mens en dier.’
Goed overleggen
‘Toen ik met de opleiding bezig was, ging ik bij mijn huidige werkgever aan de slag. Mijn leidinggevende vond het gelukkig geen probleem dat ik soms weg moet voor een melding: “Dat moet je doen, dat is belangrijk”. Als je van tevoren overlegt en van elkaar weet hoe en wat, is er veel mogelijk. Dat geldt ook voor thuis. Ik ben net vader geworden en met mijn vrouw heb ik erover gesproken: hoe gaan we dat doen? Ook zij vindt dat ik moet gaan als ik word opgeroepen, ze steunt me hierin. Al zal het straks wel eens voorkomen dat ik niet mee kan op uitruk. Maar als ploeg weten we dat van elkaar. En als er een melding is, geef je via een app aan of je er wel of niet bij bent.’
Blindelings vertrouwen
‘Eens in de twee weken hebben we een oefenavond. Dan bootsen we een brand of ongeluk na en oefenen we wat we in zo’n situatie moeten doen. De ene keer loop je mee met de een, de andere keer met de ander. Hiermee leren we elkaar ook beter kennen. Belangrijk, want je moet elkaar blindelings kunnen vertrouwen. Het moet niet uitmaken met wie je een brandend huis binnengaat. Gelukkig hebben we leuke ploeg. We organiseren ook activiteiten om onderling contact te houden. De coronamaatregelen laten het weer toe en dus staat de eerste afspraak weer gepland. Het gezellige hoort er ook bij!’